Gepubliceerd op 11-11-2021

voorraad

betekenis & definitie

m. -raden; hoeveelheid, menigte, die voor handen is; inz. levensmiddelen: zolang de voorraad strekt; groente in voorraad hebben, er van voorzien zijn; voorraad aardappelen opdoen, provisie; ik zeg u dit bij voorraad, in de voorbaat, van te voren.

< >