m. voogden (1 verzorger, toeziener; iem., wien de belangen van minderjarigen door de wet zijn toevertrouwd; 2 leider, hoofd, alleen in samenst.):
1. toeziende voogd, optredend, als de voogd ontbreekt;
2. een vlootvoogd, een slotvoogd, een kerkvoogd, bestuurder.