o. vliezen (1 ontl. dun huidje; 2 dun velletje; 3 [schape]vacht):
1. het beenvlies, dat elk der beenderen omgeeft; het buikvlies, het netvlies, het oogvlies; het trommelvlies enz.;
2. een vlies op de melk;
3. het Gulden Vlies, myth. de gouden vacht; zie Argonauten; de orde van het Gulden Vlies (zinnebeeld der Vlaamse wolindustrie) ridderorde, ingesteld door Philips den Goeden van Bourgondië (Gent 10 Januari 1430), ook, vliesorde.
