vette, h. (1, 3), i. (2) gevet (inz. Z.N. 1 vetmesten; 2 vet worden; 3 bemesten):
1. koeien vetten;
2. die jongen wil niet vetten;
3. de boer vet zijn land.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
vette, h. (1, 3), i. (2) gevet (inz. Z.N. 1 vetmesten; 2 vet worden; 3 bemesten):
1. koeien vetten;
2. die jongen wil niet vetten;
3. de boer vet zijn land.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: