Gepubliceerd op 11-11-2021

vertrouwd

betekenis & definitie

I. bn. (1 het vertrouwen bezittend; 2 goed bekend, op de hoogte):

1. een vertrouwd persoon, bediende, vriend, op wien men zich verlaten kan;
2. hij is vertrouwd met dat werk; vertrouwd raken met; zich vertrouwd maken met;

II. vertrouwde, m. en v. vertrouwden (intieme vriend of vriendin).

< >