versukkelde, h. (1), i. (2) versukkeld (1 met sukkelen doorbrengen; 2 tot sukkel worden):
1. de grijsaard h. de hele winter versukkeld;
2. door armoede versukkelen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
versukkelde, h. (1), i. (2) versukkeld (1 met sukkelen doorbrengen; 2 tot sukkel worden):
1. de grijsaard h. de hele winter versukkeld;
2. door armoede versukkelen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: