Gepubliceerd op 11-11-2021

verstaan

betekenis & definitie

verstond, h. verstaan (1 duidelijk horen; 2 betekenis hechten aan; 3 begrijpen, bevatten; 4 geleerd hebben, kennen, bedreven zijn in):

1. hij sprak onduidelijk, we konden hem niet verstaan;
2. wat verstaat men onder afleiding?
3. hebt gij dat goed verstaan ? ik versta u niet; hij verstaat geen gekheid; wel te verstaan; versta je dat?
4. zijn ambacht verstaan, kennen; die verstaat de kunst! nog: iem. iets te verstaan geven, te kennen geven; zich met iem. verstaan, in overleg treden, tot overeenkomst komen; zich op iets goed kennen.

< >