v. versnellingen (1 het versnellen, het toenemen in snelheid; 2 de verhouding der kettingwieltandtallen, vermenigvuldigd met de diameter van het achterwiel, uitgedrukt in inches);
1. een eenparige versnelling; de versnelling in een rivier, het sneller stromen b.v. in een bergterrein;
2. hij heeft een hoge (of: grote) versnelling op zijn fiets, de verhouding tussen voor- en achterkamrad is groot; bij een auto: de eerste, de tweede, de derde versnelling.