bn. (1 afgesleten door lang gebruik; afgedragen; 2 krachteloos):
1. een versleten kleed, een versleten paar schoenen; fig. een versleten uitdrukking, b.v. het zilte nat (de zee);
2. een versleten paard, zijn werkkracht verloren hebbende; de man was oud en versleten, zwak, afgeleefd.