Gepubliceerd op 11-11-2021

uitweg

betekenis & definitie

m. uitwegen (1 uitgang, weg om ergens te komen; 2 fig. middel om te ontkomen; uitkomst):

1. een konijn heeft meer dan één uitweg; Polen zocht een uitweg naar zee;
2. in zijn nood geen uitweg vinden; ze weten geen uitweg meer, redding.

< >