kleedde uit, h. uitgekleed (de kleren uittrekken): een kind uitkleden; fig. deze losbol zal zijn vader helemaal uitkleden, arm maken; zegsw. men moet zich niet uitkleden vóór men naar bed gaat, zijn bezittingen niet wegschenken vóór zijn dood.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk