Gepubliceerd op 11-11-2021

uitkleden

betekenis & definitie

kleedde uit, h. uitgekleed (de kleren uittrekken): een kind uitkleden; fig. deze losbol zal zijn vader helemaal uitkleden, arm maken; zegsw. men moet zich niet uitkleden vóór men naar bed gaat, zijn bezittingen niet wegschenken vóór zijn dood.

< >