I. tuigde, heeft getuigd; getuigen, getuigenis afleggen: dat tuigt niet in uw voordeel; dat tuigt van doorzicht.
II. tuigde, heeft getuigd; van tuig voorzien: een schip tuigen, een paard tuigen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. tuigde, heeft getuigd; getuigen, getuigenis afleggen: dat tuigt niet in uw voordeel; dat tuigt van doorzicht.
II. tuigde, heeft getuigd; van tuig voorzien: een schip tuigen, een paard tuigen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: