Gepubliceerd op 11-11-2021

ton

betekenis & definitie

v. tonnen, tonnetje;

1. houten vat (cilindervormig, maar in het midden uitbuikend), kuip: de kuiper maakte een ton; we zaten als haringen in een ton;
2. met ijzer beslagen vat om ertsen uit de mijnen te brengen: een ton ijzererts;
3. tonvormige boei om het vaarwater aan te wijzen: een zeegat binnenkomende, vindt de schipper rode, spitse tonnen aan stuurboord, zwarte aan bakboord;
4. zekere maat: een ton (gouds), honderdduizend gulden; een ton boter, 160 kg, verdeeld in verrels van 40 kg; een ton of kantje haring is 1/12 last; een scheepston is 1 m3; zie registerton; een ton steenkolen is 1000 kg.

< >