Gepubliceerd op 11-11-2021

stralen

betekenis & definitie

straalde, h. (1), i. (2) gestraald (1 stralen schieten; blinken, schitteren; 2 afgewezen worden):

1. de zon stralend over de zee; fig. ogen, stralend van vreugde;
2. hij is gestraald; nog: Z.-N. een fijne straal vormen (v. vocht inz. v. melk).

< >