Gepubliceerd op 11-11-2021

smokkelen

betekenis & definitie

smokkelde, h. gesmokkeld (1 sluiken: goederen met ontduiking van in- of uitvoerrechten over de grens voeren; 2 oneerlijk zijn, bedriegen; school: spieken; 3 Z.-N. stofregenen; 4 Z.-N. snoepen):

1. alcohol smokkelen;
2. Jan wilde niet smokkelen, al werd Piet nummer één;
3. smokkelt de hele dag;
4. zij smokkelen zich vet.

< >