Gepubliceerd op 11-11-2021

schroom

betekenis & definitie

m. (vroeger: vrees; thans inz. gevoel, dat voor een handeling doet terugdeinzen [inz. berustende op schaamachtigheid, eerbied enz.]: beschroomdheid; angstvalligheid; aarzeling): schroom hebben, kleingeestige angst; iem. met schroom naderen.

< >