v. schreden (1 pas, stap, inz. een wijde stap; 2 wijze van stappen; uit passen bestaande gang, in deze bet. in de vorm schred; 3 als afstandsmaat, a) min of meer onbepaalde afstand, b) vroeger: vijf voet):
1 met lange schreden stapte hij op en neer; bij iedere nieuwe schred (of: schrede), een nieuwe verrassing; de eerste schrede(n) op de huwelijksweg; met rasse schreden naderen, ook fig.; op zijn schreden terugkeren (of: terugkomen);
2 hij zoekt met rasse schred het eenzaam leger op;
3 op duizend schreden afstand.