Gepubliceerd op 11-11-2021

schrank

betekenis & definitie

I. v. schranken (vouwbare schraag, bestaande uit twee ramen, die elkaar kruisen, in Z.-N. niet in gebruik, in N.-N. niet alg.; hijsstelling, bestaande uit twee benen, die niet door richels verbonden zijn; staketsel van elkaar kruisende palen of latten; in het alg. heining, afsluiting); etym. waarsch. = schrank II.

II. v. schranken (bundel, waarin vlas op het veld te drogen wordt gezet, [misschien naar het van onderen uiteenwijken der halmen schrank genoemd], gewoonlijk bestaande uit vijf of zes handvollen): een tjalk met vlas, inhoudende 13000 schranken.

< >