schaamde zich, h. zich geschaamd (zich verlegen en onbehaaglijk voelen, schaamte gevoelen): foei! schaam je wat! z. over iets of iem. schamen; z. over zijn afkomst schamen; z. de ogen uit het hoofd schamen, z. dood schamen, zeer; z. voor iem. schamen, schaamte gevoelen om hem.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk