Gepubliceerd op 11-11-2021

schamen, zich

betekenis & definitie

schaamde zich, h. zich geschaamd (zich verlegen en onbehaaglijk voelen, schaamte gevoelen): foei! schaam je wat! z. over iets of iem. schamen; z. over zijn afkomst schamen; z. de ogen uit het hoofd schamen, z. dood schamen, zeer; z. voor iem. schamen, schaamte gevoelen om hem.

< >