Gepubliceerd op 11-11-2021

Rome

betekenis & definitie

o.: hoofdstad van het Rom. rijk, ± 753 v. C. volgens de sage door Romulus en Remus aan de Tiber gesticht; na Constantijn den Groten ± 337 n. C. leed de stad, door invallen der Barbaren; zie vandalisme; na 800 n. C., hoofdstad v. d. Kerkelijke Staat, in 1871 n. C. van het koninkrijk Italië; zegsw. alle wegen leiden naar Rome, men kan op verschillende wijzen zijn doel bereiken; met vragen komt men te Rome; spreekw. Rome is niet op één dag gebouwd (en Keulen en Aken niet tegelijk), een groot of groots werk kan niet in korte tijd tot stand komen; bij uitbr., a) het Romeinse rijk: Gallië werd aan Rome onderworpen; b) de Pauselijke macht, het Rooms-Katholicisme: Rome en Dort, het Katholicisme en het Calvinisme; Rome heet ook: de eeuwige stad, de stad der zeven heuvelen; zie Paus (I).

< >