reutelde, heeft gereuteld;
1. rochelen als een stervende: de zieke begint al te reutelen;
2. fig. onsamenhangend babbelen, zeuren: wat reutel je toch?
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
reutelde, heeft gereuteld;
1. rochelen als een stervende: de zieke begint al te reutelen;
2. fig. onsamenhangend babbelen, zeuren: wat reutel je toch?
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: