pofte, h. gepoft (1 met een doffe slag doen neerkomen; w.i.g.; 2 op krediet kopen; 3 in de hete as of op een plaat braden).
1. iets tegen de grond poffen;
2. die vrouw wil altijd poffen;
3. kastanjes poffen in de hete as; dikwijls = paffen b.v. mil. term voor: schieten.