Gepubliceerd op 11-11-2021

periode

betekenis & definitie

v. perioden, periodetje (Fr. [Lat. periodus oorspr. Gr. peri = rondom + hodos = weg]: 1 omloop, kringloop; tijdkring, tijdperk; 2 stijl: een volzin uit verschillende andere zinnen bestaande, inz. kunstig gebouwd; ook: een opeenvolgend gedeelte v. e. redevoering of geschrift, passage; 3 rekenk. cijfergroep, die terugkeert bij een repeterende breuk):

1 de veenvorming in haar verschillende perioden;
2 de fraaie perioden in de C. O.;
3 1/7 = 0.142857 enz.: hier vormen 142857 de perioden;

nog (muz.): volzin, bestaande uit voor- en nazin, die met elkaar een harmonische tegenstelling vormen.

< >