Gepubliceerd op 11-11-2021

pek, pik

betekenis & definitie

o. ook v. (zwarte, kleverige stof verkregen door teerdistillatie o.a. van dennenhout): met pek bestrijken; kokend pek; spreekw. Wie met pek omgaat, wordt er mee besmet, wie met slechte mensen omgaat, neemt van hun kwade eigenschappen over; zie Hein.

< >