Gepubliceerd op 11-11-2021

patriciër

betekenis & definitie

m. patriciërs (Lat. patricius = behorende tot de patres, vaders of senatoren: 1 gesch. edelburger in oud-Rome; zie plebejer; 2 adellijke burger van sommige Middeleeuwse Italiaanse republieken; 3 thans: iem. van aanzienlijke geboorte en stand):

1. de Rom. patriciërs waren oorspr. zij, die de stad gesticht hadden, alsmede hun nakomelingen;
2. Ariosto, een patriciër van Ferrara;
3. een Amsterdams patriciër der 18de eeuw.

< >