Gr.-Lat. parasitus, eig. meeëter
1. m. parasieten (tafelschuimer, klaploper);
2. v. parasieten (woekerdier, -plant, dat of die op of in een ander organisme leeft, daaruit voedsel trekt).
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
Gr.-Lat. parasitus, eig. meeëter
1. m. parasieten (tafelschuimer, klaploper);
2. v. parasieten (woekerdier, -plant, dat of die op of in een ander organisme leeft, daaruit voedsel trekt).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: