Gepubliceerd op 11-11-2021

origineel

betekenis & definitie

Fr. originel, Lat. originalis

1 bn., bw. (1 oorspronkelijk; onvervalst; 2 eigenaardig met de bijbet. van zonderling):
1 de originele tekst;
2 een origineel mens, die er eigen, meestal koddige manieren enz. op nahoudt; een origineel karakter, zonderling, vreemd-snaaks; 2 o. originelen, origineeltje (de oorspronkelijke tekst; het echte stuk): het origineel ener akte, niet het afschrift; het origineel v. e. schilderij, niet de kopie;
3 m. en v. (oorspronkelijke geest; persoon, die zonderling-snaakse invallen kan hebben; rare snaak): Wagenstert was een origineel. (g = zj).

< >