sneed op, h. opgesneden (1 aansnijden, beginnen te snijden aan; opensnijden; geheel in stukken snijden; 2 min. opzeggen, vertellen; 3 bluffen, snoeven):
1. brood opsnijden, een kip opsnijden;
2. verzen onmogelijke verhalenopsnijden;
3. opsnijden over.