Gepubliceerd op 11-11-2021

opscheppen

betekenis & definitie

schepte op, h. opgeschept (1 met lepel, schop ergens in scheppen; in het alg. opdissen; 2 brani maken, opsnijden, snoeven):

1. de soep opscheppen; zal ik het eten maar opscheppen? uit de pot scheppen op de schotel; ik heb het ook niet voor ‘t opscheppen; zegsw. ergens de peentjes (of: de boel) opscheppen, in rep en roer brengen, lawaaimaken;
2. hij was weer aan het opscheppen.

< >