kreeg op, h. opgekregen (1 overeind krijgen; 2 met moeite op het hoofd zetten; 3 opgegeven krijgen; 4 opmaken, opeten, opdrinken):
1. ik kreeg hem niet op;
2. de hoed niet kunnen opkrijgen;
3. straf opkrijgen;
4. het eten niet opkrijgen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
kreeg op, h. opgekregen (1 overeind krijgen; 2 met moeite op het hoofd zetten; 3 opgegeven krijgen; 4 opmaken, opeten, opdrinken):
1. ik kreeg hem niet op;
2. de hoed niet kunnen opkrijgen;
3. straf opkrijgen;
4. het eten niet opkrijgen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: