Gepubliceerd op 11-11-2021

oost

betekenis & definitie

1. o. en v. (het oosten): om de oost varen, in oostelijke richting; zie noord; spreekw. Oost west, thuis best, d. i.

Eigen haard is goud waard; 2. Oost, v. (Nederlands-Oost-Indië): op de oost varen; spreekt, naar de oost gaan, inz. dienst nemen in het Ned.-Oost-Ind. leger; aardr. de Grote oost, de Molukken met Banda;
3. bn., bw. (tegenstelling van west: in de richting van het punt van de gezichtseinder, dat 90° van het noorden verwijderd is): zijn weg ging nu west, dan in de richting van; de wind is recht oost; de wind loopt oost.

< >