Gepubliceerd op 11-11-2021

oogsten

betekenis & definitie

oogstte, h. geoogst (1 de oogst binnenhalen, verzamelen; 2 fig. verwerven):

1. het koren oogsten, het vlas oogsten; spreekw. Gelijk men zaait, zal men oogsten, naar men handelt, wordt men behandeld; Die wind zaait, zal storm oogsten, a) wie oproer verwekt, zal er het slachtoffer van worden, b) men wordt dikwijls in dubbele mate gestraft door de gevolgen ener verkeerde handeling;
2. lof, dank, bijval oogsten.

< >