bn., bw. (1 in strijd met enige bepaling der wei, strijdig met de wet, onrechtmatig; 2 buiten wettig huwelijk geboren; 3 oneerlijk):
1. een onwettige rechtbank, onwettige rechters; een huwelijk onwettig doen verklaren;
2. een onwettig kind;
3. verkregen goed.