Gepubliceerd op 11-11-2021

ontschepen

betekenis & definitie

ontscheepte, h. (1), i. (2) ontscheept (1 uit het schip laten, aan land doen gaan; 2 ook wel inz. Z.-N. uit het schip gaan, landen):

1 enig volk daar ter plaatse ontschepen; de lading ontschepen, aan wal zetten of aan land brengen;
2 hij ontscheepte met een geringe macht aan de Zuidkust.

< >