v. -s, memoriën; o.-Fr. (Lat. memoria):
1. geheugen: mijn memorie laat na; kort van memorie zijn, licht vergeten, inz. ir.;
2. heugenis, gedachtenis, herinnering; ook: gedenkschrift: tot memorie achterlaten; pro memorie, om niet te vergeten; een post pro memorie, post, die op een begroting, een rekening wordt gebracht zonder een bedrag in te vullen;
3. (geschreven) stuk, waarin van bepaalde zaken gewag wordt gemaakt: een lijst, een opsomming, een opgave, toelichting, ontvouwing der gronden; verzoekschrift: een memorie ter Griffie van de rechtbank inleveren; memorie van toelichting, b.v. bij een wetsontwerp: de motivering, de uitleg gevend; memorie van antwoord, antwoord op het voorlopig verslag, dat is uitgebracht over een wetsontwerp.