I. mangelde, heeft gemangeld; (met een mangel) gladmaken van linnen enz.
II. mangelde, heeft gemangeld; ontbreken: het mangelt hem aan moed.
III. mangelde, heeft gemangeld; Z.-N. ruilen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. mangelde, heeft gemangeld; (met een mangel) gladmaken van linnen enz.
II. mangelde, heeft gemangeld; ontbreken: het mangelt hem aan moed.
III. mangelde, heeft gemangeld; Z.-N. ruilen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: