Gepubliceerd op 11-11-2021

macht

betekenis & definitie

v. machten:

1. sterkte, kracht: uit al zijn macht lopen, zo hard als men kan;
2. vermogen: bij machte zijn, iets kunnen, in staat zijn; dit gaat mijn macht te boven, dit valt mij te zwaar;
3. machtiging: hiertoe heb ik geen macht;
4. invloed, betekenis: de macht der spaarzaamheid, uitwerking;
5. persoon (of: personen, lichaam) met (zedelijke) macht bekleed; overheid: de wetgevende macht, de uitvoerende macht; de gewapende macht; de hemelse, de helse machten, de goede, de boze geesten;
6. menigte, groot getal: een macht van volk;
7. rekenk. product van twee of meer gelijke factoren: de tweede macht van 8 is 64, de derde macht is 512.

< >