I. m. lustres; (Fr. lustre): luchter met verschillende armen, hetzij van een plafond afhangende (lichtkroon), of wel bevestigd aan een schoorsteen, een spiegellijst enz.: kaarsen op de vergulde lustres aan de schoorsteen; lees luustre of luuster; etymologisch = lustre II.
II. o.; (Eng. lustre): dunne stof, glanzend en licht: mohair, serge en lustre; als bn. (zie alpaca, opm.): een lustre jasje; ook: luuster.