loofde, heeft geloofd:
1. prijzen, ietwat vero.: roemen, eren en loven; 2. van God, zijn werken enz.: verheerlijken: de Godheid loven, verheerlijkend danken; God zij geloofd;
3. van een koopwaar: voor zekere prijs te koop aanbieden, eig. de goede hoedanigheden prijzen van: zegsw. na veel (of: lang) loven en bieden (dit laatste doet de koper).