Gepubliceerd op 11-11-2021

lip

betekenis & definitie

v. lippen (1 ieder der vlezige randen van de mondopening; 2 bij verg. een op een lip gelijkend voorwerp of door de plaatsing aan een lip doende denken):

1. de onderlip, de bovenlip, een neger heeft dikke lippen; zegsw. ik had het woord op mijn lippen, stond op het punt het te zeggen; de lip laten hangen, pruilen, op 't punt staan van te schreien (van kinderen); zegsw. zich op de lippen bijten, zijn gramschap, zijn lachlust inhouden; lippen en kelen, vishandel: eetbare stukjes van kop en tong v. d. kabeljauw;
2. de lippen v. e. wond, v. e. tang; zie ook lippen II.

< >