I. bn. (1 opgewekt, niet zwaartillend; 2 inz. ong.: zich niet druk makend over de zaken; onbedachtzaam, onbezonnen; ondegelijk, niet ernstig, vluchtig, oppervlakkig);
1. een lichtvaardige beschouwing der zaak, vero.;
2. een lichtvaardig oordeel, een lichtvaardige taal.
II. bw. (op onberaden, onbezonnen wijze, zonder overleg; op een wijze, die niet van ernst getuigt); iem. lichtvaardig beschuldigen.