o. lichamen, lichaampje (1 het lijf van mensen en dieren; 2 romp; 3 begrensd deel der ruimte, al wat drie afmetingen heeft; 4 vereniging van personen: genootschap, college, organisme):
1. een gezond, sterk, welgemaakt lichaam; de mens bestaat uit ziel en lichaam;
2. het hoofd v. h. lichaam scheiden;
3. vaste, vloeibare en gasvormige lichamen; de regelmatige lichamen der meetkunde, b.v. de piramide, de cilinder;
4. een wetgevend een zedelijk lichaam.