Gepubliceerd op 11-11-2021

krabbelen

betekenis & definitie

krabbelde, heeft gekrabbeld;

1. (voortdurend) krabben: de hond krabbelde aan de deur; hij krabbelde de hond zacht op de kop;
2. slecht schrijver: jongen, ik kan dat krabbelen niet aanzien;
3. slecht schaatsenrijden: krabbelende schaatsenrijders.

< >