Gepubliceerd op 11-11-2021

kogel

betekenis & definitie

m. -s, kogeltje (bal inz. uit kanonnen, geweren enz. afgeschoten; Z.-N. dikke ijzeren knikker); met kogels schieten; zich een kogel door het hoofd jagen; de kogel krijgen, tot de kogel veroordelen; zegsw. de kogel is door de kerk, na lang aarzelen is er een besluit genomen, de teerling is geworpen, er is niets meer aan te doen.

< >