I. m. knorren (1 klanknabootsend geluid; 2 berisping, uitbrander inz. in het mv.; 3 stud. niet-corpslid):
1. het varken gaf een knor; 2. knorren krijgen;
3. een geestige jonge knor;
II. m. knorren (kraakbeen; knobbel).
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. m. knorren (1 klanknabootsend geluid; 2 berisping, uitbrander inz. in het mv.; 3 stud. niet-corpslid):
1. het varken gaf een knor; 2. knorren krijgen;
3. een geestige jonge knor;
II. m. knorren (kraakbeen; knobbel).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: