Gepubliceerd op 11-11-2021

knop

betekenis & definitie

m. knoppen (1 bolvormig lichaam inz. als handvatsel of sieraad; 2 beginsel van blad of bloem; 3 Z.-N. knoop 1);

1. de knop van een deksel, een speld, een degen, een wandelstok, een bel;
2. een knop van een roos, een blad; de bloem staat in de knop, is nog niet ontloken;
3. Z.-N. ik geef er geen (of: genen) knop voor, niets.

< >