kleefde, h. gekleefd (1 blijven plakken of vastzitten; 2 doen kleven):
1. pek kleeft aan de vingers; de tong kleeft mij aan het verhemelte, ik versmacht v. dorst; een smet kleeft op iem. of iets;
2. postzegels op een brief kleven.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
kleefde, h. gekleefd (1 blijven plakken of vastzitten; 2 doen kleven):
1. pek kleeft aan de vingers; de tong kleeft mij aan het verhemelte, ik versmacht v. dorst; een smet kleeft op iem. of iets;
2. postzegels op een brief kleven.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: