o. -bladen (1 het drietallig blad, blaadje van de klaver; 2 voorwerp, figuur van de vorm van een drietallig klaverblad; 3 een drietal):
1. een klaverblad van vieren [d. i. vier blaadjes] vinden gold als teken van geluk;
2. mooi blauw goed met witte klaverblaadjes;
3. wij, Jan, Piet en ik vormden een klaverblad; een klaverblad van vier, vier personen van gelijk uiterlijk, gelijke gezindheid enz. Kom drink een klaverblaadje, drie glazen of bekers na elkaar (voor de maag, op de vreugd en vriendschap, om goed te slapen).
