Gepubliceerd op 11-11-2021

kittelen

betekenis & definitie

kittelde, h. gekitteld (1 iem. op gevoelige, licht prikkelbare plekken, b.v. in de hals, onder de neus met de vingertoppen, met een strootje. een veer enz. zachtjes krabbelen of kriebelen om hem of haar aan ’t lachen te brengen, uit plagerij enz.; ook met een zaak als voorwerp; 2 kriebeling, jeuking teweegbrengen; 3 strelend, welbehaaglijk aandoen; aangenaam prikkelen, behaaglijk strelen): 1. onder de kin kittelen; iems. milt kittelen, fig. hem doen lachen;

2. die bontkraag kittelt in mijn hals;
3. de tong, het oor kittelen; iems. hoogmoed kittelen; in bet. 1 dikwijls kietelen.

< >