o. (1 kinderlijk, speels, onbezonnen, kinderachtig, laf, wekelijk bedrijf; 2 werk van geen of van geringe betekenis: beuzelwerk, gemakkelijk, licht eenvoudig werk; 3 door een kind gemaakt werkstukje): 1. over bloemen te praten, dat is kinderwerk;
2. dat, dit is maar kinderwerk; dat, het is geen kinderwerk, het is een moeielijk werk;
3. tentoonstelling van kinderwerkjes, bv. handwerkjes.